Yorinde loopt over de boomstam. Voetje voor voetje. Het is lastig om in evenwicht te blijven. Ze voelt hoe de wind met haar haren speelt.
Ze wankelt even en zwaait met haar armen om niet te vallen. Net als ze dreigt haar evenwicht te verliezen voelt ze oma’s hand in de hare. Ze vind haar balans terug. Yorinde haar voeten staan stevig op de stam en ze valt niet.
Langzaam loopt ze verder. Voetje voor voetje. Ze leunt op oma’s hand als ze weer haar evenwicht verliest en komt zonder te vallen aan de overkant.
Trots kijkt Yorinde om zich heen. Ze heeft het gehaald. De hele boom is ze over gelopen.
Ze springt van de boomstam af op de grond en voelt hoe ze gedragen wordt door oma’s warme aanwezigheid. Het is net of ze vliegt in plaats van springt.
Ze huppelt naar het bankje waar haar moeder een boek aan het lezen is. “Dag lieverd, heb je lekker gespeeld?” vraagt mama als ze aankomt.
“Ja” zegt Yorinde blij. “Ik ben over de hele boom gelopen.”
“Wat knap van je” zegt mamma met een glimlach.
“Het was best moeilijk,” verteld Yorinde verder. “De wind duwde me soms omver maar oma heeft geholpen en ik ben niet gevallen.”
Mama’s glimlach krijgt een warme liefdevolle gloed en er blinkt een traan in haar ooghoek. “Wat lief van oma. Is ze nog hier?”
Yorinde begint te lachen. “Oma is toch altijd hier.”
Mama knikt en opent haar armen voor Yorinde. Yorinde kruipt dicht tegen mama aan en mama houdt haar stevig vast.
Terwijl mama haar neus in Yorinde haar haren duwt fluistert ze: “Wat fijn dat oma altijd bij je is.”
Yorinde glimlacht.